
De steenuil, niet veel groter dan een merel en bekend om zijn felgele ogen, is de afgelopen decennia flink in aantal afgenomen. Waren er in de jaren vijftig nog zo’n 25.000 broedparen in Nederland, de meest recente schattingen spreken van 8.000 tot 9.500 paren. Aanleiding voor Vogelbescherming Nederland om 2026 uit te roepen tot het Jaar van de Steenuil.
De achteruitgang van deze soort hangt samen met de intensivering van de landbouw. Steenuilen gedijen het best in kleinschalige, halfopen agrarische landschappen en komen tegenwoordig vooral voor in de Achterhoek, Twente, delen van Noord-Brabant en het rivierengebied. Sinds 1990 is de populatie stabiel, en recent is er zelfs sprake van een lichte toename van 0,9 procent per jaar. Op zandgronden gaat het beter dan op kleigronden, waar de aantallen juist dalen.
In 2026 gaan Vogelbescherming, Sovon Vogelonderzoek en de landelijke Steenuilenwerkgroep STONE extra onderzoek doen naar deze verschillen, de voedselbeschikbaarheid en het voortplantingssucces van steenuilen. Ook worden tools ontwikkeld voor boeren en projectontwikkelaars om het leefgebied van de steenuil te verbeteren, en wordt een speciaal Steenuilenfonds opgericht.
Burgers kunnen actief bijdragen via projecten als ‘Zet de Steenuil op de kaart’, waarbij via een online kaart telgebieden en broedsuccessen worden geregistreerd, en ‘De roep van de Steenuil’, waarbij geluiden van de uilen worden vastgelegd met slimme microfoons. Zo ontstaat een beter inzicht in verspreiding en gedrag van deze vogel.
Daarnaast kunnen liefhebbers de steenuil steunen door bijvoorbeeld een houten uiltje te kopen via de webwinkel van Sovon. Vogelbescherming benadrukt dat iedereen – van boeren tot natuurliefhebbers – kan bijdragen aan het herstel van deze geliefde vogel.
Kijk hier voor meer info over de projecten en hoe je kunt meedoen.