
Nederland en Duitsland trekken samen extra geld uit voor de GrensInfoPunten, de loketten waar mensen terechtkunnen met vragen over werken, wonen, studeren of ondernemen over de grens. De drie Limburgse GrensInfoPunten en het GrensInfoPunt Rijn-Waal in het Duitse Kleve krijgen vanaf 2026 meer financiële ruimte om hun dienstverlening uit te breiden en te verbeteren.
De extra investering werd officieel bekrachtigd tijdens de Grenslandconferentie in Sittard-Geleen door minister Mariëlle Paul van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en gedeputeerde Elianne Demollin-Schneiders. Naast het kabinet en de Provincie Limburg investeren nu ook Duitse partners extra in de grensinformatiepunten.
Met het aanvullende budget groeit het totale beschikbare bedrag naar 2,5 miljoen euro per jaar. In de afgelopen jaren was dat 1,5 miljoen euro. De uitbreiding is nodig omdat het aantal vragen aan de GrensInfoPunten toeneemt en de situaties waarmee grenspendelaars te maken krijgen steeds complexer worden. Met het extra geld kan ook verder worden ingezet op digitalisering van de dienstverlening.
Verspreid over Nederland zijn tien GrensInfoPunten actief, waarvan drie in Limburg. Jaarlijks helpen zij zo’n 34.000 mensen met vragen over onder meer belastingen, zorgverzekeringen, kinderbijslag en pensioen. Daarnaast organiseren de punten informatiebijeenkomsten en ondersteunen zij ook werkgevers die met grensoverschrijdend werken te maken hebben.
De behoefte aan deze ondersteuning is groot. In 2023 werkten bijna 89.000 mensen in Nederland terwijl zij in België of Duitsland woonden. Andersom werkten duizenden Nederlanders in de buurlanden. Met de extra investering willen Nederland en Duitsland de grens verder laten vervagen en grensoverschrijdende kansen beter benutten.
(Bron: Provincie Limburg)