
De zorgkosten die vanuit de basisverzekering worden vergoed, lagen in 2023 bij vrouwen gemiddeld duidelijk hoger dan bij mannen. Vrouwen kwamen uit op ruim 3.200 euro per persoon, tegen 2.850 euro bij mannen. Het verschil wordt vooral veroorzaakt door hogere zorguitgaven bij vrouwen tussen de 15 en 55 jaar, zo blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek.
In deze levensfase maken vrouwen meer gebruik van ziekenhuiszorg en geboortezorg, waaronder verloskundige zorg en kraamzorg. Het verschil is het grootst rond de leeftijd van 30 tot 35 jaar. Vrouwen in deze groep hadden gemiddeld meer dan twee keer zoveel zorgkosten als mannen van dezelfde leeftijd.
Vanaf zestig jaar keert het beeld om. Dan liggen de gemiddelde zorgkosten per persoon juist hoger bij mannen, vooral door duurdere ziekenhuiszorg. Vanaf zeventig jaar zijn de ziekenhuisuitgaven van mannen ongeveer dertig procent hoger dan die van vrouwen.
Opvallend is dat mannen niet veel vaker in het ziekenhuis belanden, maar dat de kosten per gebruiker wel aanzienlijk hoger liggen. Bij mannen van 85 jaar en ouder zijn de gemiddelde ziekenhuiskosten per patiënt zelfs een derde hoger dan bij vrouwen.
Ook de hoogste uitschieters komen vaker bij mannen voor. Bij 75- tot 80-jarigen had één procent van de mannen ziekenhuiszorgkosten boven de 61.000 euro, tegenover 45.000 euro bij vrouwen.
Volgens het CBS kan dit samenhangen met het vaker voorkomen van leefstijlgerelateerde en chronische aandoeningen bij mannen, zoals hart- en vaatziekten, die tot de duurste aandoeningen in de zorg behoren.